De liberale democratie, zoals die zich naar westerse modellen heeft ontwikkeld, omvat onder meer algemene, vrije en geheime verkiezingen, de verdeling van staatsbevoegdheden in wetgeving, regering en rechtspraak over onafhankelijke organen (scheiding der machten) en het waarborgen van grondrechten. In een representatieve democratie, waarin gekozen vertegenwoordigers centraal politieke beslissingen nemen, spelen partijen vaak een sleutelrol bij de vorming van de politieke wil en in de regering, die wordt gelegitimeerd door verkiezingen. De oppositie maakt integraal deel uit van een dergelijk democratisch systeem, dat ook de vrijheid van meningsuiting omvat, inclusief de persvrijheid, de mogelijkheid van vreedzame regeringswisselingen en de bescherming van minderheden. In een directe democratie neemt het electoraat rechtstreeks politieke beslissingen.