Bij het bowlen moeten 10 kegels worden omvergeworpen. Dit is het doel van het spel. Als een speler alle 10 kegels omvergooit in één worp, wordt dit een strike genoemd. Als een speler niet alle 10 kegels omvergooit in één worp, heeft hij nog een kans om de rest van de kegels omver te gooien in de tweede worp. Als een speler alle 10 kegels omvergooit in de tweede worp, wordt dit een spare genoemd.
Een spel bestaat uit 10 frames. In elk frame krijgt een speler twee worpen om de kegels omver te gooien. De score van een speler is het totaal aantal kegels dat hij omver heeft geworpen in alle 10 frames.
Hier zijn enkele voorbeelden van scores in het bowlen:
- Strike: 10 punten
- Spare: 10 punten + het aantal kegels dat in de volgende worp wordt omvergeworpen
- Gelijk: het aantal kegels dat in één worp wordt omvergeworpen + het aantal kegels dat in de volgende worp wordt omvergeworpen
De hoogste mogelijke score in een spel is 300 punten. Dit is mogelijk als een speler 12 strikes gooit in een spel.