De naam van een soldaat in het vroegere pauselijke leger hing af van de periode en het type eenheid waar hij bij diende.
Twee belangrijke groepen waren:
- Pauselijke Zoeaven: Deze infanteristen waren actief van 1861 tot 1870. Ze werden gerekruteerd uit katholieke mannen uit heel Europa. De naam “Zoeaven” is afgeleid van een Algerijns Berbervolk.
- Zwitserse Garde: Deze elite-eenheid bestaat al sinds 1506 en is nog steeds verantwoordelijk voor de veiligheid van de paus en Vaticaanstad. De gardisten zijn Zwitserse mannen van katholieke achtergrond.
Naast deze twee hoofdgroepen waren er nog andere eenheden in het pauselijke leger, met elk hun eigen naamgeving:
- Pontificale Artillerie: Deze artilleristen bedienden kanonnen en ander zwaar geschut.
- Pauselijke Gendarmerie: Deze gendarmes waren verantwoordelijk voor de openbare orde in de Pauselijke Staten.
- Pauselijke Dragonders: Deze cavaleristen waren bereden soldaten die werden ingezet voor verkenning en gevechten.
- Pauselijke Zouaven Cavalerie: Deze bereden soldaten waren afkomstig uit Algerije en vochten met lansen en sabels.
Enkele bekende namen van pauselijke soldaten:
- Giovanni Battista Savelli: Een Zwitserse gardist die in 1527 sneuvelde tijdens de verdediging van Rome.
- Giuseppe Vannucci: Een Pauselijke Zoeaaf die meevocht in de Slag bij Castelfidardo (1860).
- Louis-Marie Lingard: Een Franse edelman die diende in de Pauselijke Zwitserse Garde en later een beroemd kardinaal werd.
De specifieke naam van een soldaat in het pauselijke leger is dus afhankelijk van zijn rang, nationaliteit en de periode waarin hij diende.
Bronnen: