Feedback geven aan een collega
Feedback geven is een belangrijk onderdeel van een gezonde werkomgeving. Het helpt collega’s om te leren en te groeien, en het kan de samenwerking en de productiviteit verbeteren.
Om feedback op een constructieve manier te geven, zijn er een paar belangrijke richtlijnen:
Voorbereiding:
- Kies het juiste moment: Zorg ervoor dat je collega de tijd en ruimte heeft om naar je feedback te luisteren. Vermijd het geven van feedback in het openbaar of wanneer je collega gestrest is.
- Stel een doel: Wat wil je bereiken met je feedback? Wil je dat je collega zijn of haar gedrag verandert, of wil je hem of haar simply laten weten wat je goed vindt van zijn of haar werk?
- Verzamel je informatie: Denk na over concrete voorbeelden van het gedrag waar je feedback op wilt geven.
Het gesprek:
- Begin met iets positiefs: Laat je collega weten wat je waardeert aan zijn of haar werk. Dit helpt om de sfeer te openen en je collega ontvankelijker te maken voor je feedback.
- Geef specifieke feedback: Beschrijf concreet het gedrag dat je wilt bespreken en leg uit waarom dit gedrag belangrijk is. Vermijd vage uitspraken zoals “je communiceert niet goed.”
- Focus op het gedrag, niet op de persoon: Richt je feedback op het gedrag van je collega, niet op zijn of haar persoonlijkheid. Gebruik “ik”-boodschappen om te laten weten hoe het gedrag van je collega op jou overkomt.
- Geef constructieve suggesties: Bied je collega concrete tips over hoe hij of zij zijn of haar gedrag kan verbeteren.
- Vraag om feedback: Vraag je collega om zijn of haar reactie op je feedback. Zo kun je er zeker van zijn dat je boodschap goed is overgekomen en kun je eventuele misverstanden uit de weg ruimen.
- Luister actief: Laat je collega uitpraten en ga in gesprek over zijn of haar mening. Probeer de feedback van je collega vanuit zijn of haar perspectief te begrijpen.
- Eindigt op een positieve noot: Bedank je collega voor de tijd en laat hem of haar weten dat je wilt samenwerken om zijn of haar ontwikkeling te ondersteunen.
Na het gesprek:
- Volg je feedback op: Maak afspraken met je collega over hoe hij of zij zijn of haar gedrag kan verbeteren. Biedt hem of haar de nodige ondersteuning bij het implementeren van de veranderingen.
- Wees geduldig: Het kan tijd duren voordat je collega zijn of haar gedrag verandert. Wees geduldig en blijf je collega ondersteunen.
Tips:
- Gebruik de “Ik-ik-jij”-methode:
- Ik: Beschrijf wat je waarneemt of ervaart.
- Ik: Leg uit wat het effect van het gedrag op jou heeft.
- Jij: Geef feedback over het gedrag van je collega.
- Stel open vragen: Open vragen moedigen je collega aan om na te denken over zijn of haar gedrag en om tot eigen inzichten te komen.
- Maak gebruik van humor: Een beetje humor kan de sfeer in het gesprek lichter maken en je collega meer ontvankelijk maken voor je feedback.
- Wees respectvol: Behandel je collega altijd met respect, zelfs als je het niet eens bent met zijn of haar gedrag.
Nuttige bronnen:
- https://www.randstad.nl/ontwikkelen/feedback
- https://www.nu.nl/advertorial/advertorial-nationale-vacaturebank/6311977/van-je-passie-je-beroep-maken-deze-unieke-banen-laten-zien-dat-het-mogelijk-is.html
- https://www.icm.nl/extra/feedback-geven-ik-wil-er-wat-van-zeggen-maar-hoe-doe-ik-dat/
Door deze richtlijnen te volgen, kun je feedback op een constructieve manier geven die je collega helpt om te leren en te groeien.
Let op: Deze richtlijnen zijn een algemene leidraad. De beste manier om feedback te geven kan per situatie verschillen.