Carnaval is ontstaan ​​als een lentefeest dat oorspronkelijk werd gevierd door de Grieken en Romeinen. Het festival symboliseerde het einde van de winter en het begin van de lente en werd gevierd met uitbundige feesten en processies.

Tijdens de Middeleeuwen werd carnaval in Europa voornamelijk gevierd door de katholieke kerk als een periode van vasten en bezinning voorafgaand aan de vastentijd. In deze periode werd er veel gefeest, gedanst en gegeten voordat men zich tijdens de vastentijd moest onthouden van vlees en andere luxe producten.

Het moderne carnaval zoals we dat nu kennen, ontwikkelde zich in de negentiende eeuw in steden als Parijs en Keulen, waar het feest uitgroeide tot een spektakel van optochten, kostuums en processies. In Nederland wordt carnaval vooral in het zuiden van het land gevierd, met name in Noord-Brabant en Limburg. Het feest is hier vooral bekend om de kleurrijke kostuums, de muziek, de optochten en de gezelligheid.