Er zijn verschillende ouderwetse benamingen voor parfum, die elk een eigen charme en historie hebben:
1. Reukwater: Dit is wellicht de meest gebruikte en algehele benaming. Het benadrukt de geurgevende eigenschap van het product.
2. Eau de senteur: Dit is een Franse term die “geurwater” betekent. Het werd vaak gebruikt voor lichtere parfums met een subtielere geur.
3. Essentie: Dit verwijst naar de geconcentreerde extracten van bloemen, kruiden en andere aromatische stoffen die de basis vormen van parfum.
4. Eau de toilette: Ook een Franse term, wat “toiletwater” betekent. Dit was een iets sterkere variant van eau de senteur, bedoeld voor dagelijks gebruik.
5. Parfum: De term “parfum” zelf is afkomstig van het Latijnse woord “per fumum”, wat “door rook” betekent. Het duidt op de geurige dampen die vrijkomen bij het verbranden van aromatische stoffen.
6. Extract: Dit is de sterkste vorm van parfum, met de hoogste concentratie van geurstoffen. Het werd vaak in kleine flesjes verkocht en spaarzaam gebruikt.
7. Poeder: Vooral in de 18e en 19e eeuw was geparfumeerd poeder populair. Dit werd op het lichaam aangebracht om een subtiele geur te verspreiden.
8. Eau de cologne: Oorspronkelijk afkomstig uit Keulen, Duitsland. Dit was een citrusgebaseerde parfum, vaak met bergamot en lavendel, dat populair werd in de 18e eeuw.
9. Flesje: Naast de benamingen voor het parfum zelf, waren er ook diverse ouderwetse benamingen voor de flesjes waarin het werd bewaard. Denk aan flacon, mignonette, en étui.
10. Riekwatrekdoosje: Een klein doosje met geparfumeerd papier of stof, dat men kon gebruiken om kleding of ruimtes te parfumeren.
Welke benaming je kiest, hangt af van de context en de gewenste sfeer. “Reukwater” is een neutrale term, terwijl “essence” en “extract” een meer exclusieve uitstraling hebben. “Eau de senteur” en “eau de toilette” passen goed bij een historische setting.