Het woord “opgeschort” heeft verschillende betekenissen, afhankelijk van de context. De meest gebruikte betekenissen zijn:
1. Tijdelijk stopgezet:
- Een activiteit, project of proces wordt tijdelijk stilgelegd. Dit kan om verschillende redenen gebeuren, zoals een gebrek aan middelen, technische problemen of veiligheidsproblemen.
- Voorbeeld: “De voetbalwedstrijd werd opgeschort vanwege regen.”
2. Buiten werking gesteld:
- Iets wordt (tijdelijk of permanent) onbruikbaar gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een schorsing of een sanctie.
- Voorbeeld: “Het rijbewijs van de coureur werd opgeschort na een overtreding.”
3. Uitgesteld:
- Iets wordt naar een latere datum verschoven. Dit kan gebeuren vanwege onvoorziene omstandigheden of om een betere planning mogelijk te maken.
- Voorbeeld: “De vergadering werd opgeschort tot volgende week.”
4. In de wacht gezet:
- Iemand of iets wordt aan de kant gezet en wacht op verdere instructies. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een onderzoek of een juridische procedure.
- Voorbeeld: “De verdachte werd opgeschort in afwachting van het proces.”
Andere, minder gebruikte betekenissen:
- Opgeheven: Iets wordt definitief beƫindigd.
- Vertraagd: Iets gaat minder snel dan gepland.
- Onderbroken: Iets wordt kortstondig stopgezet.
De precieze betekenis van “opgeschort” hangt dus af van de context waarin het wordt gebruikt. In het geval van een zinkgat, kan het betekenen dat het gat zich uitbreidt of instort.
Is er een specifieke context waarin je “opgeschort” bent tegengekomen en waar je meer informatie over wilt?
