De Franse benaming voor jugendstil is art nouveau.
De beide termen worden door elkaar gebruikt, waarbij “art nouveau” meer gebruikelijk is in Frankrijk en andere Franstalige gebieden, terwijl “jugendstil” meer gebruikelijk is in Duitsland en andere Duitstalige gebieden.
De term “art nouveau” werd bedacht door Siegfried Bing, een Duitse kunsthandelaar die een galerie in Parijs had met de naam “L’Art Nouveau”. De naam werd al snel overgenomen door andere kunstenaars en ontwerpers en werd de gangbare benaming voor de stijl in Frankrijk en de rest van de wereld.
De term “jugendstil” werd bedacht door de Duitse kunstenaar en ontwerper Richard Muther, die de term gebruikte in de titel van zijn boek “Die Jugend: Stilformen des Lebens” (1896). De naam werd al snel overgenomen door andere kunstenaars en ontwerpers en werd de gangbare benaming voor de stijl in Duitsland en andere Duitstalige gebieden.
Zowel art nouveau als jugendstil verwijzen naar een internationale kunststroming die tussen 1890 en 1914 populair was. De stijl kenmerkt zich door het gebruik van vloeiende, organische lijnen, natuurlijke motieven en nieuwe materialen zoals glas, metaal en keramiek.
De art nouveau-stijl was een reactie op de eclectische en overdadige stijlen van de Victoriaanse tijd. Kunstenaars van de art nouveau wilden een nieuwe, moderne kunst creëren die was geïnspireerd door de natuur en die gebruik maakte van nieuwe technologieën.
De art nouveau-stijl had een grote invloed op een breed scala aan kunstvormen, waaronder architectuur, interieurontwerp, grafisch ontwerp, mode en sieraden. Enkele bekende art nouveau-kunstenaars zijn Antoni Gaudí, Louis Comfort Tiffany en René Lalique.