Het kookgerei dat meestal een wok wordt genoemd, is een halfronde holle pan.
De wok is afkomstig uit de Chinese keuken, waar het al eeuwenlang wordt gebruikt. De naam “wok” komt van het Kantonese woord “wok“, wat “pan” betekent.
Een wok is typically dieper en meestal dunner dan een koekenpan. Deze kenmerken maken hem perfect voor roerbakken, wat ook wel wokken wordt genoemd. De hoge randen zorgen ervoor dat het voedsel gemakkelijk in de pan kan worden omgeschept en geroerd zonder dat het eruit valt.
Naast roerbakken kan een wok ook worden gebruikt voor stoven, frituren, braden, roken, koken en blancheren.
Woks zijn er in verschillende materialen, zoals gietijzer, koolstofstaal, roestvrijstaal en anti-aanbak. Het materiaal dat je kiest, hangt af van je kookbehoeften en voorkeuren.
Enkele kenmerken van een wok:
- Halfronde vorm: Deze vorm zorgt voor een gelijkmatige warmteverdeling en maakt het gemakkelijk om voedsel om te scheppen en te roeren.
- Diepe randen: De hoge randen voorkomen dat voedsel uit de pan spat.
- Dun materiaal: Dunne woks warmen snel op en koelen snel af, wat ideaal is voor roerbakken.
- Lange steel: De lange steel houdt je handen weg van de hitte.
Woks zijn een veelzijdig stuk kookgerei dat in elke keuken thuishoort. Met een wok kun je in een mum van tijd heerlijke en gezonde maaltijden bereiden.