Er zijn veel verschillende delen van een hertengewei, elk met zijn eigen naam. Hier zijn een paar van de meest voorkomende:
- Bast: De bast is de buitenste laag van het gewei, die is gemaakt van bot. Het is een ruwe, sponsachtige laag die helpt om het gewei te beschermen tegen schade.
- Stang: De stang is het hoofdgedeelte van het gewei. Het loopt van de rozenstok naar de uiteinden van het gewei.
- Rozenstok: De rozenstok is de basis van het gewei. Het is waar alle andere punten aan vastzitten.
- Tinnen: Tinnen zijn de vertakkingen van het gewei. Ze kunnen enkel of meervoudig zijn, en ze hebben verschillende vormen en maten.
- Oogstok: De oogstok is de voorste punt van het gewei. Het is meestal scherp en puntig.
Het aantal en de vorm van de punten op een hertengewei varieert afhankelijk van de leeftijd, het geslacht en het soort hert. Mannelijke herten hebben bijvoorbeeld grotere en meer vertakte gewei dan vrouwelijke herten. Hertengewei wordt elk jaar afgeworpen en opnieuw gekweekt. Het groeiproces kan enkele maanden duren en het gewei kan tijdens deze tijd erg gevoelig zijn.
Hertengewei wordt gebruikt voor een aantal verschillende doeleinden. Het kan worden gebruikt als wapen bij gevechten tussen herten, en het kan ook worden gebruikt om vrouwtjes aan te trekken. Gewei wordt ook door mensen verzameld en gebruikt voor decoratieve doeleinden.
Hier zijn enkele andere interessante feiten over hertengewei:
- Het gewei is het enige bot in het lichaam van het dier dat geen zenuwen of bloedvaten bevat.
- Gewei kan tot een snelheid van 25 mijl per uur groeien.
- Het grootste gewei dat ooit is geregistreerd, was van een Iers hert en had 82 punten.