De Engelse staatsman en filosoof die als grondlegger van het empirisme wordt beschouwd, is Francis Bacon (1561-1626). Hij was Lord Chancellor van Engeland en stond bekend om zijn wetenschappelijke en filosofische geschriften.
Bacon benadrukte het belang van observatie en experimenten in de wetenschap. Hij geloofde dat kennis niet verkregen kon worden door pure logica of deductie, maar door middel van empirische methoden, waarbij zintuiglijke ervaring centraal staat.
Bacon’s werk had een grote invloed op de ontwikkeling van de wetenschappelijke methode en het moderne denken. Hij wordt gezien als een belangrijke figuur in de overgang van de middeleeuwen naar de moderne tijd.
Naast zijn wetenschappelijke werk was Bacon ook een vooraanstaand politicus. Hij diende onder koningin Elizabeth I en koning James I. Hij was betrokken bij een aantal belangrijke politieke gebeurtenissen, waaronder de zaak Essex en het Buskruitcomplot.
Bacon’s erfenis is complex en controversieel. Hij wordt geprezen om zijn intellectuele bijdragen aan de wetenschap en filosofie, maar ook bekritiseerd voor zijn betrokkenheid bij de politiek van zijn tijd.
Desondanks is er geen twijfel dat Francis Bacon een belangrijke figuur was in de Engelse geschiedenis en een sleutelfiguur in de ontwikkeling van het moderne denken.