De Engelse staatsman en filosoof die wordt beschouwd als de grondlegger van het empirisme is Francis Bacon (1561-1626).
Bacon was een voorstander van de wetenschappelijke methode en geloofde dat kennis gebaseerd moest zijn op observatie en experimenten. Hij verwierp het idee dat kennis verkregen kon worden door a priori redeneren of door te vertrouwen op autoriteit.
Bacon’s werk had een grote invloed op de ontwikkeling van de moderne wetenschap en filosofie. Hij wordt beschouwd als een van de belangrijkste denkers van de Renaissance.
Enkele van Bacon’s belangrijkste ideeën:
- Kennis is macht.
- Alle kennis begint met waarneming.
- Experimenten zijn essentieel voor het verkrijgen van kennis.
- Wetenschappelijke methoden moeten worden gebruikt om de natuur te bestuderen.
- De wetenschap kan worden gebruikt om het leven van mensen te verbeteren.
Enkele van Bacon’s beroemdste werken:
- The Advancement of Learning (1605)
- The New Organon (1620)
- New Atlantis (1626)
Bacon’s ideeën waren controversieel in zijn tijd, maar ze hebben uiteindelijk de manier waarop we over de wereld denken diepgaand beïnvloed. Hij wordt beschouwd als een van de vaders van de moderne wetenschappelijke revolutie.
Naast Bacon waren er nog andere belangrijke figuren in de ontwikkeling van het empirisme, zoals:
- John Locke (1632-1704)
- David Hume (1711-1776)
- John Stuart Mill (1806-1873)
Het empirisme is een belangrijke stroming in de westerse filosofie die vandaag de dag nog steeds invloedrijk is.