De Franse benaming voor jugendstil is art nouveau.
De term “art nouveau” werd in 1895 bedacht door Siegfried Bing, een Duitse kunsthandelaar die in Parijs een galerie had met de naam “L’Art Nouveau”. De naam sloeg aan en werd al snel de overheersende benaming voor de jugendstil in Frankrijk en andere Europese landen.
Naast “art nouveau” zijn er in het Frans ook andere termen die soms gebruikt worden om naar de jugendstil te verwijzen, zoals:
- Style nouille (“noedelstijl”): Deze term benadrukt de vloeiende, organische lijnen die kenmerkend zijn voor de jugendstil.
- Style moderne: Deze term werd in de vroege 20e eeuw gebruikt om te verwijzen naar alle nieuwe en moderne kunststromingen, inclusief de jugendstil.
- Art floral: Deze term benadrukt de nadruk van de jugendstil op natuurlijke vormen en motieven, zoals bloemen en planten.
De term “jugendstil” wordt in het Frans ook wel gebruikt, maar is minder gebruikelijk dan “art nouveau”.
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe de term “art nouveau” in het Frans wordt gebruikt:
- La station de métro Châtelet est un exemple remarquable de l’art nouveau. (Het metrostation Châtelet is een opmerkelijk voorbeeld van art nouveau.)
- Les bijoux de René Lalique sont des chefs-d’œuvre de l’art nouveau. (De sieraden van René Lalique zijn meesterwerken van de art nouveau.)
- L’art nouveau a eu une influence importante sur l’architecture, le design et les arts appliqués. (De art nouveau heeft een belangrijke invloed gehad op architectuur, design en toegepaste kunst.)