Er is niet één grondlegger van het Engelse empirisme, maar eerder een drietal belangrijke filosofen die deze stroming vorm gaven:
- John Locke (1632-1704) wordt vaak gezien als een centrale figuur. Hij stelde dat alle kennis afkomstig is van ervaring via de zintuigen.
- George Berkeley (1685-1753) bouwde voort op het werk van Locke, maar meende dat er enkel geestelijke substanties bestaan en dat materiële objecten enkel bestaan in de geest.
- David Hume (1711-1776) radicaliseerde het empirisme door te stellen dat zelfs het concept van ‘zelf’ niet meer is dan een bundel van waarnemingen.