Een bij heeft in totaal 5 ogen. Deze ogen zijn verdeeld in twee verschillende types:
2 facetogen (samengestelde ogen):Deze grote, bolvormige ogen bevinden zich aan de zijkant van de kop van de bij. Elk facetoog bestaat uit duizenden kleine lensjes (facetten), waardoor bijen een breed gezichtsveld hebben en goed kunnen zien in welke bloem nectar zit. De scherpte van de facetogen is echter minder dan die van de mens (ongeveer 1/100).
3 ocelli (puntogen):Deze kleine, eenvoudige ogen bevinden zich op het voorhoofd van de bij. Ocelli hebben elk één lens en zijn minder gespecialiseerd dan de facetogen. Ze worden gebruikt om verschillen in lichtintensiteit te waarnemen en waarschijnlijk zijn ze onmisbaar om stabiel te vliegen.
De verschillende ogen van bijen stellen hen in staat om hun omgeving op een complexe manier waar te nemen. Dit is belangrijk voor taken zoals navigeren, nectar en stuifmeel vinden, en het ontwijken van roofdieren.