Strippen, ook wel vliezen losmaken genoemd, is een medische procedure die soms wordt gebruikt om de bevalling op gang te brengen bij zwangere vrouwen die 41 weken of verder zwanger zijn.
Tijdens het strippen voert de verloskundige of gynaecoloog een inwendig onderzoek uit en maakt met vingers voorzichtig een roterende beweging rond de baarmoederhals.
Dit helpt om de vliezen die de baby omgeven te scheiden van de wand van de baarmoeder, wat de productie van prostaglandines kan stimuleren. Prostaglandines zijn hormonen die weeën kunnen opwekken en de rijping van de baarmoederhals bevorderen.
Doel van strippen:
- De bevalling op gang brengen bij vrouwen die 41 weken of verder zwanger zijn.
- Het risico op een ingeleide bevalling verminderen.
Voorwaarden voor strippen:
- Je moet minstens 41 weken zwanger zijn.
- Je moet een gunstige baarmoedermondpositie hebben (iets geopend en zacht).
- Je mag geen vliezenbreuk hebben.
- Je baby moet in hoofdligging liggen.
- Er mogen geen medische redenen zijn om het strippen af te raden.
Effecten van strippen:
Bij ongeveer 25% van de vrouwen die gestript worden, beginnen binnen 24 uur na de procedure weeën. Ongeveer 10% van de vrouwen bevalt binnen 72 uur na het strippen.
Bij de overige vrouwen heeft het strippen geen effect op het op gang brengen van de bevalling.
Risico’s van strippen:
Strippen is over het algemeen een veilige procedure, maar er zijn enkele kleine risico’s, zoals:
- Vliezenbreuk
- Infectie
- Vaginale bloeding
- Pijnlijke weeën
Alternatieven voor strippen:
Als strippen niet mogelijk of gewenst is, zijn er andere methoden om de bevalling op gang te brengen, zoals:
- Vliezenbreken
- Hormoonbehandeling
- Inleiden met behulp van weeënopwekkers
Belangrijk:
- Praat met je verloskundige of gynaecoloog over de voor- en nadelen van strippen en of het geschikt is voor jou.
- Strippen is geen garantie dat de bevalling op gang komt.
- Je kunt altijd nee zeggen tegen strippen als je je er niet prettig bij voelt.